„Nee hou je mond — ’k moet ’r vandoor — enkel antwoorden, asjeblief.... Hoe zag hij ’r uit?”
„Keurig, spierwit met ’n gouden bril.”
„Heb je naar z’n handen gekeken? Droeg-ie ’n
ring?”
„Daar heb ’k niet op gelet. Want hij zei: „Be quick, waiter!”, omdat zij ’t laken over ’r hoofd had getrokken. Ze geneerde zich, denk ’k....”
„Aan welke kant lag zij?”
„Aan de raamkant ”
„Waar lagen ’r kleren?”
„Die heb ’k niet gezien ’k Was in twee tellen de
kamer weer uit, om de whiskey te halen”.
„Hoeveel whiskey heb je toen meegebracht?”
„Twee glazen met vier baby-flesjes ”
„Is die fles van ’t hotel?”
„Geen denken aan ”
„Wat hebben ze gegeten?”
„Ham-and-eggs voor hem — twee sneedjes tong voor haar Meer was niet nodig, want ze hadden pas in de Restauratiewagen gedineerd.... ”
„Hadden ze bagage?’’
„Nee, ’n paar valiezen met toiletgereedschap”.
„Stonden de schoenen al voor de deur, toen je ’t bestelde bracht?”
„Stellig niet, want dan zou ’k ze vast hebben meegenomen, omdat de laarzenknecht ’m in plaats van de schoenen gesmeerd heeft....”
„Heb je niks bijzonders op gemerkt, toen je in de kamer
was? Denk ’ns na ”
„Wat zou ’k motten opgelet hebben — voor bijzonders? ”, piekerde de kelner: „hij te oud voor haar —
toen ze pas binnen kwamen, dacht ’k dat ’t z’n dochter was, maar zo toen-ie deze kamer voor twee personen nam, en wat voor z’n „supper” bestelde, heb ’k daar verder maling aan gehad. Bijzonders? Bijzonders?____
„Had hij ’n glad gezicht?”
„Cleanshaven zoals de meeste Engelsen ”
„Kan-ie zich geschoren hebben voor-ie ging slapen?” „Dan mot-ie idioot geweest zijn —- dat doe je, zou ’k
seggen, ’s morgens as je opstaat ”
„Lag ’r niks op tafel, toen je dekte?”
„Niemendal ”
„Hoe weet je dat zo precies, terwijl je je helemaal niet herinnert, waar ’r kleren waren?”
„As u me nou van te voren gezeid had: neem ’n notitieboekje mee en schrijf alles op wat je ziet, zou ’k op die
soort vragen kennen antwoorden Maar op de tafel
lag niks, toen ik de servet spreide, want ik trok eerst ’t
70