De moord in de trein

Titel
De moord in de trein

Jaar
1954

Pagina's
201



„Tien, als ’t nodig is ”

,,En die meneer Bok gaf u ’n dure sigaar terug?”

„Dat deed-ie... . Alles geweldig-misdadig niet?”

„Laat die dame binnenkomen”, zei Nathan Marius Duporc, zonder op die hatelijkheid in te gaan. De twee inspecteurs fluisterden met elkander, bekeken de notities, die de Dordrechtenaar had zitten maken.

Mevrouw de weduwe Menzei Polack kreeg ’n stoel, omdat ze zich nog zo ellendig voelde. Ze aarzelde geen seconde. Met de meeste stelligheid bleef ze volhouden, dat Hans Thyssen, lid van de Vereniging van Letterkundigen en auteur van o.m. De Biecht van Stanislaus Erkerman, de bleke man met de dampende pijp was, die haar kostbaarheden in ’t Dames-Toilet gestolen had. Hans wond zich op, schold haar woedend voor hysterica uit, beloofde een klacht tegen haar in te dienen, lei zonder zich verder te generen uit, dat-ie in ’t bewuste Toilet nieuwe papieren zolen in z’n schoenen gelegd, en geen pijp in z’n mond had, omdat-ie al de sigaar rookte, waarvan-ie de helft in ’t sigarenzakje bewaarde — zij hield pertinent vol, dat ze zich niet vergiste, en ze zei ’t op straat nog wel ’n dozijnmaal, terwijl Hans Thyssen gastvrijheid in ’t politiebureau genoot en de heer Josephus Bok als ’n dronken sujet tegen ’t ijzerwerk van z’n celdeur trapte.

Als ’n hoffelijk man bracht Nathan Marius Duporc haar naar Hotel Ponsen, waar-ie zelf ook ’n kamer betrok, om met de eerste trein naar Roosendaal door te reizen. Toen-ie na Mevrouw de weduwe Menzei Polack, wien-ie als gentleman twintig gulden leende, omdat ’t schaap letterlijk leeg-geroofd was, z’n naam in ’t vreemdelingenboek schreef, controleerde-ie gelijktijdig wie ’r na aankomst van de Franse trein in ’t Hotel waren af gestapt, en tegelijk onderzocht-ie of ’r ’n telegram uit Den Haag was gekomen. Ingeschreven stonden James Macdonald and wife uit Melbourne en Henri Aimard et madame uit Boulogne-sur-Mer — telegrammen waren ’r niet.

In z’n eentje dronk de Inspecteur der Centrale Recherche ’n glas bier, en ging toen, op z’n zenuwen drijvend naar boven, waar ’n deur haastig egsloten werd, toen-ie de trap op kwam, en waar ’n hand ’n paar laarzen buiten zette. In z’n kamer maakte-ie ’t zich makkelijk, stak ’n nieuwe sigaar op, wandelde bedachtzaam in de kleine schatkamer van z’n herineringen, sinds-ie die avond Jan Tulp van af de woonschuit naar ’t Centraalstation gevolgd was, rond. ’t Was ’n vervloekte historie, dat-ie de met zoveel hardnekkigheid gezochten en op heterdaad betrapte Hotelrat had moeten laten glippen, omdat een moord- en berovingszaak, van nijpender betekenis, je vanzelf ’n andere richting opdrong, maar nu ’t eenmaal

G1

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.