reserveren, en waarde van betekenis mee op reis vervoerde, sloot men zich niet afzonderlijk op, behield men juist communicatie met elkaar — dan was de tussendeur eerst na de daad van ’t geweld gesloten. Want als de Bankier zich al zo vroegtijdig ontkleedde en de valiezen zich in zijn kompartiment bevonden, had hij natuurlijk de korridordeur op slot gedaan. De vriend, die ’t nu op z’n zenuwen had, was juist door die deur in ’t bijzijn van de allerzonderlingste auteur binnengegaan. Dus klopte ’t niet met de grendeling der communicatiedeur aan weerszijden. En ’t was ook in ieder opzicht louche, dat de mil-lionnair de kleppen van de schermerlamp gesloten had, nog vóór-ie met z’n avondtoilet gereed was. Fel-van-aan-dacht zette-ie z’n onderzoek voort. Op ’t gepolijste hout van de tussendeur was geen bloedspetje te zien. Alle sporen richtten zich van af ’t gedeukte en bemorste bed naar de noodrem, die helaas tegelijkertijd berukt was geworden. Met z’n electrische zaklantaarn belichtte de Inspecteur der Centrale Recherche elk voorwerp van de coupé, gelijk-ie ’t nog zo kort geleden in de coupé van Mevrouw de weduwe Menzel Polack gedaan had. In de binnenzak van de colbertjas aan de deurhaak stak de portefeuille van de vermiste. Ze bevatte ’n paar privé brieven, die later gelezen konden worden en ’n crediet-brief op ’n Parijsche Bank. In ’t vest hing ’n goud remontoir en uit ’t kleine voorzak je spaakte ’n gouden vulpenhouder. ’r Was ook ’n voeringzak met ’n kleinere portefeuille met ’n portret van ’n gedekolleteerde jonge vrouw en ’n bankje van duizend gulden. De roofmoord was dus niet om dergelijk soort kostbaarheden geschied, maar om de valiezen, tenzij de moordenaar door ’t trekken aan de noodrem in z’n bewegingen gestoord was geworden. Aan de noodrem. De noodrem. Ook in die richting deugde de schakeling niet volkomen. Toen hij, Nathan Marius Duporc. ’t zelfde deed, had-ie onmiddellijk ’t venster van de Damesgelegenheid opengesmeten, en toen-ie ’t hoofd uit dat venster stak, had-ie ’t lichaam al zien vallen. Dan moest in diezelfde tijdsruimte de moordenaar ’t veel moeilijker te hanteren venster van de Slaapwagen-coupé met ’t neer gelaten gordijn hebben behandeld, en de geweldige kracht hebben bezeten, om z’n slachtoffer, dat zich aan ’t handvat van de rem vasthield, op te tillen, en op de spoorbrug te werpen. Dat kon één man nooit alleen. De zwaar-gewonde of reeds-gedode was niet uit de trein gevallen — hij was ’r met zulk ’n vaart uit gesmeten, dat-ie tegen ’n pilaster van de brug beukte, en in de rivieii stortte, ’r Was ’n complice. En die was niet ver te zoeken, want de smart van de vriend was te opvallend, te lawaaierig, om echt te zijn. En ’t rode vlekje op ’t
49