De moord in de trein

Titel
De moord in de trein

Jaar
1954

Pagina's
201



IV.

WAARIN IETS NADERS OVER DE HOTELRAT KAREL JOHAN TULP, GENAAMD CHARLES JEAN* TULLIPE.

„Dit land”, zei Charles Jean, languit liggend in de waterzij-helft van de wieglende alkoof, terwijl Jaap je, de pientere schavuit met ’t clownsgeizichtje, zonder gedecideerde gelaatstrekken — soms had-ie geen neus, geen ogen, geen mond: alleen ’n hoornen bril en poezelig zwart haar — in de landzij-helft van de woonschuit „De Rustenburch”, de ene walmende sigaret na de andere, boven op de in mekaar getrapte dekens, lei te smoken, en de vergulde mondstukjes, keurig gereid, op de ijzeren rand van het ledikant etaleerde: „dit land is door z’n ziekelijke kleinheid ’n blok aan ’t been voor ieder individu, dat ’r met te grote gebaren, te veel fantasie, te veel hersens, te veel wilskracht, geboren wordt!

„Doe me een genoegen”, sprak ’t krakend stemmetje, in de landzij-helft der alkoof, en omdat ’r juist ’n loodgrauwe wolk over de kade, waaraan „De Rustenburch” aan twee versleten, roestige kabels en aan ’n wakkelende kippentree gemeerd lag, met dreigende gromming voorbijschoof, knipoogde ’t vuur-puntje van de nerveus-be-zogen sigaret, of ’t afgedekt lichtje van ’n dieve-lantaarn ’n geheimzinnig-schommelend teken gaf: „doe me ’t bijzonder genoegen, en klaag niet over ’n prachtschuit, die gelijkenis met de Arke Noach zou hebben, als ’r méér beesten dan jij en ik aan boord waren, ’t Enige dat ons hier ontbreekt — letterlijk ’t enige, is centrale verwarming, ’n smyrnaas kleedje op de vloer, wat electrisch licht, ’n badkamer met douche en ’n chambre sépa-r é e voor speciaal bezoek.... ’k Aanbid u, Connie met uw lieve snuit — ik trek met u deez’ zotte wereld uit — ik waag voor u mijn ziel, mijn zaligheid, mijn huid!”

„Hou op, Jaap!”, viel Charles Jean ’m in de rede — hij was net nou niet in- de stemming, om naar de dagelijks-wisselende verliefdheid van zijn compagnon te luisteren — al tweemaal had-ie ’t slaan van ’n slag door z’n hardnekkig geflirt gesaboteerd: ,,ik voel me geradbraakt door ’t geslenter van vannacht.... Ik hou niet van dat grof soort, dat de €ierste de beste plebejer beter kan opknappen.... Toen ik jou aan dat slot zag morrelen, had ’k de sensatie, dat we hoe langer hoe dieper zakken.... Je

verliest op die manier je laatste beetje zelf-respect----

Iemand van jouw geestelijke capaciteiten, die ’t tot de hoogte van valse bankbiljetten bracht, mag niet de allures van ’n zwijntjesjager aannemen.... Je zal zeggen,

15

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.