De moord in de trein

Titel
De moord in de trein

Jaar
1954

Pagina's
201



„Blijf met je poten van ’t licht’1, had de reus nog de onnozelheid te beweren, en tegelijk poogde-ie de deurknop te bereiken.

Dit maal klonk de stem van Duporc in ’t donker of-ie ■n brigade kommandeerde.

„Je niet bewegen, of ik maak ’n zeef van je!’’ — z’n ring beklinkte de saterkop, of hij van zijn kant ’n vuurwapen in de hand hield —: „niet bij de deur scharrelen, geen stap en gleen geluid ”

Een kort ogenblik bleef ’t stil in de kamer, waar de twee politie-beambten als vijanden over mekaar in ’t duister stonden.

Duporc speelde ’t gevaarlijkste spel, dat-ie nog ooit gespeeld had.

De ander was in z’n recht om te schieten, als-ie de kans kreeg; hij zou door geen sterveling veroordeeld worden: hij was de indringer, de werkelijke inbreker, die buiten z’n boekje was gegaan door zonder speciale machtiging ’n onderzoek van zo verstrekkende aard in te stellen.

’t Uitdraaien van ’t electrische licht was ’n buitengewone handigheid geweest, had ’m voor ’n moment uit de handen van die man, die onvoorwaardelijk z’n plicht deed, gered, maar ’m aan de andere kant finaal aan ’m overgeleverd.

Vond de reus, die ’t verdraaide stil te blijven staan, de afsluiter bij de deur, dan verdween de laatste aarzeling bij ’t weer inschakelen van ’t licht, kon je ’r zeker van zijn, dat-ie raak zou schieten.

De verstandigste methode was zeker geweest, als-ie zich eenvoudig had laten boeien en opbrengen, maar afgezien van ’t feit, dat-ie ten koste van alles z’n bewegingsvrijheid wou houden, om de bedrijvers van de moord geen te grote voorsprong te geven, en z’n materiaal ge-kompleteerd moest worden, zat ’m, gelijk reeds gezegd, de obsessie van de grijnzende Sier dwars.

De hand van de reus schuifelde langs de mahoniehouten wandbeitimmering, en omdat die overal even glad en overal dezelfde geledingen had, lukte ’t ’m niet dadelijk de deurspleet te vinden.

Toen begon Duporc voorzichtig te redeneren, en hij praatte met ’n stem, die ’m, zelf vreemd voorkwam, omdat-ie, bang voor 'n schot in de richting; van z’n geluid, achter ‘t schrijfbureau bleef hurken.

„Als jij de deurknop aanraakt”, zei-ie: „en ik je schaduw in ’t maanlicht van de gang ook maar één seconde zie praat ik nog enkel met m’n browning.... Laten we asjebdief geen dwaasheden uithalen: ik ben van de Amsterdamse Centrale Recherche en verplicht geworden op

161

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.