De moord in de trein

Titel
De moord in de trein

Jaar
1954

Pagina's
201



Nauwelijks was-ie de hoek om, of ’r plaste licht in dia gang, en ’n stem vroeg: „Is daar iemand?”

Hij bewoog niet, hield z’n adem in tot de deur weer gesloten werd.

Was hij helemaal op de hoogte van de moderne bijzonderheden van ’t vorstelijk landhuis geweest, dan zou-ie ’r niet aan gedacht hebben de nachtelijke onderzoekingstocht voort te zetten — nu door z’n doggehardnekkigheid te pakken genomen, berekende-ie enkel, dat-ie safe stond, had-ie daarenboven de zekerheid, dat-ie zich niet vergist had bij de observatie, dat Clotilde Rondeel geheel-on-verwacht midden in de nacht huis-toe was gekeerd.

Over de Smyrnakleden in de vestibule, de rotonde met de reuze sierpalm voorbij, sloop-ie voort naar d'ei luxe-werkkamer van de bankier, ’n erkerkamer, nog voor-naam-weelderiger, met mahoniehouten wandbetimmering en ingeboiuwde boekenkasten, ingericht.

Hij had de ligging nauwkeurig onthouden, sloot de deur onmiddellijk achter zich, stond in ’t meest volkomen donker.

Want de smallei spleetjes tussen de stevig-gegrendelde luiken, lieten enkel twee vaal-groene strepen door. Zonder ’n moment te aarzelen ontstak Duporc de grote schemerlamp boven ’t bureau-ministre van de bankier, ’t Was ’n schitterende fantasie-lamp: ’n grijnzende sater met ’n toorts in de opgeheven klauw, ’n faun, die met de andere hand ’t haar van ’n kruipende bosnimf gegrepen hield, en haar met de gespierde benen als ’n getemd dier voortdreef.

Met de behendigheid van ’n beroepsinbreker — was de Recherche niet om haar uitstekend materiaal bekend? — ontsloot Nathan Marius Duporc de bovenste la van de schrijftafel.

Er lag niets in, dat de moeite waard was. Met de beneden-deurtjes ging ’t niet zo vlot. Daar paste geen van de twaalf fijne lopertjes op, en als ’t toeval niet gewild had, dat da eigen sleutel van ;n casette ’t na wat wringen bereikte, zou ’t bezoek hélemaal geen resultaat hebben opgeleverd.

De grijnzende sater met de voortgejakkerde nimf naar zich toeschuivend, knielde Duporc voor de gfsiopende laden. Ze toonden ’t beeld van ’n ordelijk, welgesteld man, die voor alles luxe-voorwerpjes had uitgezócht.

Dadelijk voor ’t grijpen lag ’n kostelijk kasboekje, in marokkijn-leer gebonden en met de gouden initialen A.R.

Gelijk ’n misdadiger liet de Inspecteur der Centrale Recherche, die er bij ’t schemerend licht van de sater waarlijk als ’n boef uitzag, zonder boord, zonder overhemd, en met db verwoeling van alle haren op en bij z’n ongeschoren gezicht — ’t sierboekje in de zak van z’n

153

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.