„Brengt hij de valse stenen hier?.... En tegen welk losgeld?”
„Acht honderd gulden.... ”
„Mag ik de nummers noteren?”
„Is dat nodig?”, vroeg ze met ’n snippertje wantrouwen. „Dat is vóór alles nodig”, zei hij: „en terwijl kunt u dat
schitterend vuurwapen bij de hand houden ”
„Ach kom”, bond ze glimlachend in, en onder ’r blouse grijpend, de blouse, die onverweerd tegen zijn borst had gerust, greep ze ’n enveloppe met bankpapier.
„Dat zijn duizend gulden”, zei-ie verwonderd.
„Ik heb ’m vijfhonderd geboden — hij heeft vanmorgen door de telefoon duizend gevraagd en wou ’t niet minder doen — maar ’k wou proberen tot acht honderd te gaan.. ” „Als-ie komt, laat u ’m rustig boven, in de kamer hier. Ik stel me verdekt op, en als ’k onverwacht tussenbeiden kom* bemoeit u zich verder met niks. Van al wat
dat type vertelt geloven wij toch niets Ziezo, ik heb
de nummers. En nou moet ik me nog even oriënteren, als u ’r niets op tegen heeft... ”
„Integendeel”, zei ze aanzienlijk opgelucht — de vent uit de Woonschuit had ’r wel met de schrikkelijkste dingen gedreigd, als ze ’r woord brak of ’r de politie in mengde, maar met zo’n ijzersterke Inspecteur, die ’r as ’n veertje de trappen op had gedragen, voelde ze ’r zenuwen in de eenzame woning als boter in de snikhete zon smelten.
In ’n ogenblik had Duporc de situatie opgenomen. Wanneer hij uit de Suite binnenkwam, zou Jaapje Eek-iioorn, die de reputatie van *n aalvlugge rakker had, ’t misschien nog proberen de trappen af te hollen, maar dan kwam-ie in de armen van de op post staande rechercheurs, die geen kinderen waren en d’r instructies hadden, terecht.
’m Gisteravond in de Woonschuit arresteren had geen zin gehad. Hier betrapte je ’m op chantage en flagrant délit, met de geïncasseerde bankbiljetten in z’n zak, en eenmaal in ’t Huis-van-Bewaring zou-ie net zolang gekneed worden, tot-ie over de grote zaak piepte.
Nog terwijl-ie in strategische overdenkingen stond ging de telefoon.
„Dat is de- jonge man”, zei de Inspecteur der Recherche
gedecideerd: „hij wil zich nog even overtuigen Kalm
antwoorden, en vragen of je hem niet liever in z’n schuit wil komen opzoeken, want dat u bang is met hem alleen in de woning te zijn — en telkens hardop herhalen wat-ie
zegt Ga uw gang ”
’t Korte gesprek liep nu zo:
„Hallo O, ben u ’t?____ Ik dacht dat u niet meer
125