De moord in de trein

Titel
De moord in de trein

Jaar
1954

Pagina's
201



luchten  Zijn dat de valiezen van de papieren?”

De man in de' clubfauteuil knikte gepreoccupeerd. „Waar wachten we dan nog op, ouwe jongen?’’

„Op niets en op alles”, philosofeerde de Directeur van de Internationale Bank: „’k voel me niet lekker, ’t Zijn dagen van inspanning geweest, om niet licht te vergeten. Enfin, in Parijs vinden we licht een verzetje....”

„Twee en meer”, zei Josephus Bok rustig.

Er werd geklopt.

„Ja?”, riep de Bankier.

„Meneer”, waarschuwde de secretaris: „ik geloof dat ’t tijd wordt.... Dag meneer Bok....”

„Dag Kikker. Ook ’n beetje down?”

„Ik, nee ’’

„Laat de bagage dan in de wagen brengen. En laat de portier op de valiezen letten tot we zelf instappen. Of nee, laat ’m hier komen, als ik zover klaar ben....”

Hij schrok waarachtig van z’n vermoeid gezicht in de geslepen spiegel, met het mahoniehouten enkadrement, keerde zich dan onverwacht om, omdat z’n vriend en z’n vertrouwde secretaris mekaar op zo’n bijzondere wijze aankeken, dat-ie op ’t punt was uit te vallen. Maar de portier kwam de leren koffer, met de beste hotel-reclame-etiketten en de reis-nécessaire weghalen, en Cochefort, de flegmatische onderdirecteur, moest nog ’n paar speciale volmachten met de speciale handtekening van Arthur Rondeel in ontvangst nemen, en de ouwe Jones had nog wat te fluisteren, omdat-ie de altijd lachende kop van Josephus Bok niet vertrouwde, en de jonge Jones kwam op ’t laatste moment met de credietbrief en de gouden vulpenhouder, die de aanstaande schoonvader op z’n bureau had laten liggen, aandraven — en toen eindelijk ging ’t haast in optocht door de marmeren vestibule, langs de marmeren zuilen, in ’t volle licht van ’t bankierskantoor, in nerveuze bedrijvigheid, door de Hall met de gesloten loketten, naar de zwaarbronzende deuren van ’t gebouw.

Arthur Rondeel, nog gedrongener in z’n pels — ’t was zo guur als in ’t hartje van de winter — liep met de reus Jones de portiersloge voorbij — Josephus Bok vertelde ’n zotternij aan Henry Jones, die nauwelijks luisterde — de secretaris Kikker en de onder-direceur Cochefort droegen de valiezen met de onberekenbare waarde.

De chauffeur tikte aan — de portier hield ’t autodeurtje zo wijd mogelijk open — over de verlichte raamhorren keken wat nieuwsgierige bedienden — ’r werden handdrukken gewisseld — ’t vuur van ’n dampende sigaret kwiekte in de coupé-ruimte — toen gleed de geruisloze wagen de Gracht over en schokte Jan Kikker achterover,

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.