De moord in de trein

Titel
De moord in de trein

Jaar
1954

Pagina's
201



Even zat-ie of z’n hersens karnden en z’n linker kleine teen los in z’n schoen hing. Maar ’n paar minuten daarna, na ’n laatste woordenvloed van de juffrouw, die Van Speik heette, en nog in ’t portaal ’t portret van een van ’r voorvaderen Johan Karel Jozelf van Speyk, met ’n Y, maar dat was geen beletsel, liet zien; de beroemde Van Speyk, die met ’n „onderzeeboot” in Antwerpen in de lucht was gevlogen; na die slotwoordenvloed doorstaan te hebben, leunde-ie uitgeput naast de ’m met vragen overstelpende chauffeur, en antwoordde met gesloten ogen tot ze voor de Kapperszaak stilhielden.

’t Moest nou maar ineens afgewerkt worden. Je wist niet wat de volgende dag kon brengen____

’t Was bij twaalven, toen de Chef van ?t Salon de Coiffure de winkeldeur ontsloot. Duporc hoefde zich niet vooi te stellen. Hij was hier bekend.

En ’t was ditmaal de moeite waard.

Als je aanhield, doorzette, je fut niet liet zakken, krees; je beet.

De beminnelijke kapper herinnerde zich, dat-ie, nu iemand geonduleerd te hebben, de auto had zien stil houden, ’n Jonge man, die ’m bekend voorkwam, maar niet tot de clientèle behoorde, had ’n paar inkopen gedaan — ’t was gemakkelijk op de doorslag van ’t ver-koopboekje te controleren — ’n doos schmink, ’n Gillette-apparaat, ’n tube tandpasta (’t pakje met de Gilette-mesjes had-ie in de haast, waarmee-ie bediend was geworden, vergeten) — en tegelijk had-ie voor meneer Bok-van-de-Assurantie ’n doos opgemaakte pruiken, voor ’n bruiloft, die binnen ’n paar dagen moest plaats hebben — meneer Bok had de regie — meegenomen.

Nathan Marius Duporc vroeg met ’n verjongd gezictt nog wat bijzonderheden, kreeg verlof om de doorslag u t ’t boekje voor ’n paar dagen mee te nemen, en toen-ie weer naast de chauffeur slingerde, deed-ie zo vergenoegd, zo jongensachtig-uitbundig, dat-ie de welbespraaktheid van juffrouw Van Speik leek overgenomen te hebben.

Alleen zat ’m de grote onbekende, de heer René Rana dwars.

Op ’t Rembrandtplein liet-ie stoppen, trakteerde ce chauffeur bij Schiller op ’n hete groc en ’n uitsmijter. Hij was in ’n fuif stemming, ging zich persoonlijk aan twee grocjes te buiten. In z’n zenuwgedoe had-ie de halve nacht kunnen opblijven, maar ’t werd onverbiddelijk sluit-tijd.

Toen nam-ie afscheid van de nieuwe vriend, die ’m naar z’n kamer in de Paleisstraat wou rijden, en ’n telefoontje wachtte as-ie ’m weer nodig had.

Hij verkoos nog even ’n lucht je te scheppen, wandelde door de gelukkig-geasfalteerde Kalverstraat terug.

112

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.