De moord in de trein

Titel
De moord in de trein

Jaar
1954

Pagina's
201



„Hoe laat was dat dan?”, vroeg ze met ’n laatste poging om zich te redden,

„Hoe laat was ’t, chauffeur?’’

„Reken maar uit”, zei de man, die ’r plezier in begon te krijgen — dat was ’n lepe duvel, om je pet voor af te nemen! —: „de trein vertrok om kwart over zeven en we moesten nog bij de kapper wezen, de kaartjes nemen en voor de bagage zorgen  Ze zouen in de restauratiewagen eten ’’

„Nou!”, drong Nathan Marius Duporc aan: „was je thuis ja of nee?”

„Nee...zei ze zo zachtjes, dat ze ’t met ’r dove oren zelf niet verstond.

„Waar was je dan?”

„Uit....?”

„Da’s duidelijk, ook zonder dat je ’t bekent! Maar waarom heb je dan eerst gelogen dat je wèl thuis was?”

„U schreeuwt iemand z’n hersens zo stuk, da-je niet meer denkt”, verweerde ze zich.

„Ik heb gevraagd waar je was?”, vroeg hij nog eens. „Bij — bij...antwoordde ze, en je voelde an ’t tasten van d’r woorden, die ’r mond uit-aarzelden, als insecten met zoekende sprieten, dat ze ’t zelf nog niet precies wist, maar ineens ’n kordaat aanloopje nemend, zei ze: „bij me zuster....”

„Daar ben je later gekomen”, zei Duporc, luk-raak wat bewerend: z’n ervaring had ’m geleerd, dat ’t niet hinderde als je je vergiste, in de eerste plaats, omdat de „patiënt” meestal wat te verzwijgen had, en in de tweede plaats, omdat ’t met nutteloze vragen afmatten van den-gene op wie de vivisectie werd toegepast, licht iets aan ’t daglicht bracht. En ook deze keer was-ie ’r niet naast, want de getemde „Pilatus” zei onnozel, ’t uitgeworpen lokaas inslikkend:

„Hoe weet u dat?”

„Ik weet alles, sprak de Inspecteur der Centrale Recherche, met ’n variatie op ’t gezegde in ’n Duitse klucht, en hij zei ’t dreigend: „waar was u vóór u bij uw zuster

aanklopte ”

„Boodschappen doen ”

„Voor jezelf?”

„Nee, voor meneer ”

„Juist”, glimlachte Duporc: „hij zond je weg voor ’n collectie gefingeerde boodschappen, om alleen te blijven.. Was ’r haast bij een van die boodschappen? Nou!”

„Daar heb ’k niet over nagedacht.”

„Ach kom! Zei-ie je niet, om maar meteen ’n vrije avond ’r bij te nemen?”

„Dat zee-ie ”

102

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.