Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Titel
Hoog bezoek (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
28



30

Even keek-ie me met oogen als angstig-tastende voelhoorns aan, toen zei-ie positief:

„Met ’n hotelier?... Wat zou ’k daarmee?... Ik eet om vijf uur bij de eene weduwe en om zes uur bij de andere... Vanmiddag hè-’k op de Rozengracht eerst me bekomst gegeten an boerekool met schijfies spek en ’n slordig eind Geldersche worst — toen grutten met rozijnen — en om zes uur hè-’k in de Reguliersdwarstraat twee borden erwtensoep met kluifies en vier pannekoeken mótten slikken... Daar zwelt je maag van op as ’n spons... Je drinkt onder de voorstelling ’n mirakel, want ze houen allebei van handenvol zout en je voelt je bij je werk as ’n jonge hond, die met z’n buik langs de vloer sleept... Nou weet u ’t, en nou vraag ’k nog is in ’t fatsoenlijke om me geen boete op te leggen... ’t Is niet om ’t ongelukkige maffie — dat ken nog wel lij jen — maar ’k heb in dikke twintig jaar nóóit ’n rooie cent hoeven te betalen...”

„Jongen, jongen,” sprak 'k met wordende toenadering in m’n ziel en ’k lei m’n hand op z’n schouder — reflexgebaar van blakende broederlijkheid, dat me eigen is, gelijk ’n ander op z’n nagels bijt of weerbarstige snorharen plukt —: „...heb je de knoop met je twee verloofden nog niet doorgehakt?” Hij keek met ’n leegheid en ’n wanhoop naar de Japansche mat van de loge, of-ie aan den rand van ’n afgrond zat en schudde moeilijk ’t hoofd.

„Heb je?” informeerde ’k, niet heelemaal op de hoogte van de situatie: „om vijf uur gedineerd esi toen om zes uur nóg eens?” „Om vijf uur bij de weduwe op de Rozengracht en om zes uur — met ’n boordevolle maag — bij de weduwe in de Regu-liersdwarsstraat — en dat doe ’k nou al maanden...”

„Man, ben je dol!... Dan kun je ’t toch met één van de twee weduwen afmaken!... Da’s je met moedwil in je kist eten...” „Ze zijn,” philosofeerde-ie met de logheid van gedachten van iemand, die z’n digestie na ’n te copieus middagmaal nog niet te boven is: „ze zijn allebei even goed voor me en sloven zich uit om me an de haak te pikken, as me rouwtijd voorbij is... Me vrouw het nooit. voor me gekookt... Nou doen ’t ’r twee... En ’k durf ze niet voor d’r kop stooten... De een voert me en de ander stopt me toe... As ’k bij de weduwe op de Rozengracht geen trek heb, zeit ze: „Frans, je heb iets dat je hindert!”... En as ’k ’t bij die in de Reguliersdwarsstraat afleg tegen de capucijners en varkens-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.