staart. Dan weet je niet of je voor of achteraan moet beginnen ...
blinde:
Pas op. Ik ruik ’t papier. ziende [lachend):
Nee, nee, da’s de inkt, die overkookt — inkt en melk is ’t zelfde. Al drink ik liever ’t laatste.
blinde:
Je was gebleven bij : „omdat 5k anders niets van me had kunnen laten hooren . .
ziende (:verder lezend):
. . . De kleine meid heeft vanaf dat ze is opgestaan gezongen en gespeeld, of ’r geen zorgen in de wereld zijn, en je vrouw houdt nog wel ’t bed, maar is weer zoover beter, dat ze je morgen of overmorgen zelf zal schrijven. . . (de lezing onderbrekend) ... Nou, nou, dat zit nog, hè ?
blinde (den ledigen stoel streelend):
... Ja, ja, dat zit nog. Maar je hoeft toch niet alles te zeggen, en ’k schrijf toch niet, om ’m z’n hart zwaarder te maken ... Nou komt 'r haast niet veel meer, wel ?
ziende:
Nee, we zijn ’r haast. . . (lezend) ... De hoofdzaak is, dat we allemaal gezond zijn. Punt. En in die punt is me pen in tweeën gebroken. Zijn ’r nog pennen ?
blinde:
Dat weet ’k niet. ziende:
Jn Pot zonder bodem, *n schoen zonder zool, 'n pijp zonder tabak, Jn geweer zonder kogel, 'n pen zonder punten . . .
blinde:
En oogen zonder licht. . . (glimlachend) . . . dat is allemaal onbruikbaar . . .