i5
ziende:
Niet zoo gauw . . . „dat ik je moet overbrieven . . Dat is geen pen, dat is 'n priem. *k Snij 'r ’t papier mee stuk . . . „overbrieven” — ’k ben 'r . . . blinde (dicteerend):
... Ze had van de kinderen van 't dorp.., ziende:
. . . Van 't dorp ... blinde:
. . . Zooveel over den oorlog gehoord . . . ziende:
. . . Gehoord ... blinde:
. . . Dat ze huilend thuis kwam en zei. . . ziende:
. . . En zei. . .
blinde:
.. . Als iemand vader wil doodschieten ... ziende:
. . .Ja ! . . . blinde:
. . . Dan moet-ie zeggen : als je yt nog ’ns doet, dan word ik heusch boos. . .
ziende:
. . . Dan word ik boos . . . Punt. Nee, uitroepteeken. Verder. Of ben je klaar ?
blinde:
’k Zit te verzinnen, (stilte) >. . Meester . .. ziende:
Ja?
blinde:
Je heb me straks voorgelezen, dat ze mekaar nieteens zien als ze schieten.