leden —: ik vrees dat ’t me te véél zal zijn....
— Merkwaardig! Ongewoon-merkwaar-dig! riep de reus, in z’n kolossalen stoel lekkertjes-rustig heen-en-weer schommelend: ....dat durft zich beklagen dat-ie te veel zien zal — na z’n maandenlang niemendal zien! Voor mijn verantwoording, meneer! En nog eens: als je voor verzetje ’t normale prefereert, heb je eenvoudig ’n tooneelkijker om te draaien....
— Die bloempot lijkt ’n verscheurend dier, klaagde Joep: niets, niets zie ’kop de juiste grootte....
— Wie — wie doet dat wèl? antwoordde de ander, rook uit ’n kluiver als ’n schoorsteenpijp blazend: ....en dan die plant is ’n verscheurend dier en welk een! Ze behoort tot de insectivoren, die smakelijk vliegen en muggen eten.... Als we met ’t bewijs klaar zijn, meneer, dat ’n plant positief bewustzijn èn ’n ziel heeft — kunnen de vegetariërs verhongeren, hahaha!.... En we zijn al ’n end op streek!.... Ziezoo, nu leen ’k je nog eens ’n blauwen bril — au revoir!.... En geen malligheden, jong-mensch!
Tot aan de auto liep ie dezen keer mee —
77