Joep's wonderlijke avonturen

Titel
Joep's wonderlijke avonturen

Jaar
1908

Druk
1934

Overig
2ed

Pagina's
235



— Je mot morgen werom kommen, ’t Is nou nacht! Als je ’t maar wéét....

— Jij moet blijkbaar nog lééren, om fatsoenlijk te.... zette Joep opvlammend in — en z’n oogen bedriftigden ’t luikje, dat tegelijk, of ’n geweldige tocht ’t dicht zoog, toeflapte. Stampende voeten hoorde-ie de trap overbonzen — en ’n gerucht in ’t huis of deuren opengesmeten werden. Nog eens, nijdiger, berukte-ie den knop. Met ’t juichend nieuws van z’n weer ziénde oogen, had-ie bij haar ’t recht, al was ’t midden in den nacht aan te schellen.

Boven schoven ze ’n raam op. ’n Hoofd met slordig veel papiljotten — mama — stak over ’t kozijn.

— Mevrouw excuseer dat ik nog zoo laat...., b e g o n-ie alweer — ’t noodlot liet ’m vanavond enkel beginnen.

— Allemachtigste God — de duivel!, riep mevrouw, ’t woord uitsprekend dat de koetsier pas had gedacht: ....Allemachtigste! De duivel....! — en in de kamer terugketsend stiet ze ’r papiljotten-achterhoofd, dat ’t buiten ’n echo kreunde.

Voor de derde maal schelde Joep. Ze lieten ’m niet alleen raak bellen — alle lichten in ’t huis gingen uit.

56

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.