Joep's wonderlijke avonturen

Titel
Joep's wonderlijke avonturen

Jaar
1908

Druk
1934

Overig
2ed

Pagina's
235



straten, als de auto onregelmatiger schokte, hield-ie zich even vast, tot ze weer op den buitenweg waren.

Moe van de lange reis, moe door de harde trekken op z’n gezicht — èn door de ophitsing van ’t gestadig zwijgen — sloot ze de oogen, ’m toch ziend, zooals-ie onbeweeglijk zat — z’n neus — z’n zwarte snor

— z’n kin — z’n wangen, schoon-gescho-ren — in den altijd blauwigen schijn — ’t litteeken bij de wenkbrauwen....

’t Gesuizel der wielen, ’t haast glijdend bewegen, zou ’r tegen de gejaagdheid van ’r gedachten in, tegen ’t verzet van ’r wil, in slaap hebben gedoezeld, als de rem niet met ’n schok had gewerkt.

— ’n Kwartje tol, asjeblief, zei tegelijk ’n stem naast ’t portier — en ’n bruine werkhand stak over ’t glas, stiet Joep die te slapen scheen, met beleefde aarzeling aan.

— Stoor meneer niet — meneer ziét minder goed, sprak de pleegzuster, ’t geld in de hand stoppend.

En weer ging de auto.

Voor ’t eerst sinds ze uitgereden waren, kwam ’n glimlach rond z’n mond — voor ’t eerst sprak-ie haar aan.

— .... Meneer ziet minder goed — minder

6

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.