Joep's wonderlijke avonturen

Titel
Joep's wonderlijke avonturen

Jaar
1908

Druk
1934

Overig
2ed

Pagina's
235



lamp: ’k geloof, dat ’k zélf ziek ben — de lamp brandt weer — dat is alles.... Wil u ’r uit hebben?....

’t Oude, innige meelij met ’m bonsde in ’r op, nu-ie schrikkelijk-hulpeloos, met ’n gezicht zonder kleur en met in huivering trillende vingers in den eindelijk gevonden stoel glee.

Dicht op de lamp, dicht op ’t schelle licht, dat elk trekje van z’n gelaat bebeet, en zonder poging dat af te weren, zat-ie met ’n zwakken glimlach — met zoekende oogen....

Groote God — wélke oogen!.. Tegen z’n wil om ze open te houden in, leken ze heen te sluipen, zonder leven, zonder pupillen.... Enkel ’n dunne, smalle, machtelooze spleet....

— Wil u de lamp uit? vroeg ze nerveus. Z’n hoofd schudde glimlachend nee. Hij begreep.

Ook wat daarstraks was gebeurd.

’t Was nu’nmelk-wittemist,waarin-iezat. waar-ie bijna niets onderscheidde. Maar dat móest zoo. ’t Was bij katten niet anders.... ’n Kat bij ’t felle licht — spon zich ook in gedachten....

— Nee, weerde-ie haar af, nu-ie voelde,

47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.