Het raadsel (serie Heijermans' Camera)

Titel
Het raadsel (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
29



28

gapten, grinnekten, als groomoe naast de dienstmeisjes en de kinderwagens in ’t zonnetje zat te brajen, en je onder den hoepel van ’i bovenrok de laars met de uitstekende lipjes en de gescheurde mannepantoffel zag. Dat vond Fie schrikkelijk. Groomoe was héélemaal zoo mal gekleed. Vroeger, terwijl ze op ’t plein speelde — groomoe kwam ’r niet — die had boodschappen in de stad — had ze ’t nooit zoo opgelet — nu keurigjes, met ’n witte, zomer-sche jurk en ’n stroohoed met bloemen, ergerde ze zich over 't vrouwtje met de verschoten lintenmuts, den ouwerwetschen mantel, de groote parasol en den pantoffelvoet.

Zoo als ze de straat over was, maakte ze zich weg, liet ze groomoe alleen naar de bank scharrelen, liep ze om ’t plantsoen heen naar de kameraadjes, waarmee ze knikkerde, balde en krijgertje speelde. Als moe zelf naar ’t plein kwam, schoot ze gelukkig op ’r toe — maar groomoe gezelschap houden kon ze niet, Jakkes, nee!... Dat was zóó naar, zóó akelig, zóó afschuwelijk...

De zon kwijnde achter ’n druilwolk, en groomoe stak met ’n wrang-ontevreden gezicht ’r parasol op. Ze had voor ’n half uur ’n tweede koppie thee willen hebben — en ’r was niemeer geweest — ze had omgeroerd en omgeroerd, tot den bojem leeggeslurpt en geen korrel suiker geproefd — nou zat ze weer met ’r ongeluk-kigen voet, an *r kinderen, die ’r d’r graf inkeken, overgeleverd...

Grommerig schoof ze den bril met ’t zwart montuur over ’r neus, vouwde de ochtendkrant open, keek over den papierrand naar ’t gewiegel der grassprietjes langs ’t geraniumbed. Naast ’r giegelden kindermeiden, die met mekaar kletsten en de zuigelingen door ’t getrap van ’r voeten in slaap klutsten. Zag de ouwe, half-gare juffrouw ’r as ’n vogelverschrikster uit! De bril hing op de harige stopels van ’r neus — uit ’r oor en spalkten watten-propjes — ’r hoed piekte scheef — ’r knieën wipten ’r rokken op — ’r kous wringelde naar de gespleten pantoffel — en dat alles, dat kemiek allegaartje, school onder ’n parasol, waarvan een balein los had gelaten, terwijl je naar zon kon fluiten... Je most ’r d’r tusschen nemen, of je wou of niet, hahaha!... Dat las nou al ’n kwartier over ’r krant, die ze ondersteboven hield, en over ’r bril heen... Je bestierf ’t van lachen... Zoo’n verschijnsel!... Zoo’n toestand! ...

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.