Het raadsel (serie Heijermans' Camera)

Titel
Het raadsel (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
29



27

van den dokter in, ’n loopje te doen, strompelde van ’r bed naar ’r s^toel en van ’r stoel naar ’r bed. Fie, waarmee ze vroeger dol was geweest, ’r eenig kleinkind, kon ze niet meer luchten. Elke beweging van ?t meisje hinderde ’r, ’t praten, ’t loopen, ’t dartelen, ’t spelen. Als ’t huishouden zich niet aan haar nukken en buien bliefde te onderwerpen, sloot ze zich in ’r kamer op, kopte, dee als ’n nijdas, kroop in ’r bed. Ze had uren dat ze in ’r eentje zat te huilen en bad. Ze sprak telkens over ’r man-zaliger-nagedachtenis, die al twintig jaar dood was. Ze gaf je op de gewoonste vragen ’n glad-afwezig antwoord, leek kindsch.

Eerst in de laatste weken, nu ze ’n wandeling zonder stok aandurfde, en nu ’t zachte voorjaar mensch en beest tot andere stemming dwong, had ze zich laten bepraten, om niet langer thuis te hokken en ’t zonnetje op te zoeken. Helpen dee ’t niet. Ze zat op ’n bank in ’t groen, klaagde over hitte of over kou, verveelde zich, kniesde, ’t Was ’n opluchting, als ze ’s avonds ’r voetbad met zout water genomen had, en van den vloer was. Dan miste je ’t gezicht, dat je ’t beetje vreugde vergalde, kwam je zélf weer op dreef.

Vandaag hinkte ze met Fie naar ’t plein, naar ’t ouwe plekje. Bij de eenige straat, die ze over moest steken, keek Fie voor ’r uit, of ’r geen rijtuigen en trams aankwamen, want ’t passeeren van dat „gevaarlijk” punt ging met ’n stakkerig slakkepasje. Wanneer ’t kind ’t niet voor de dreigementen van vader en de booze oogen van moeder had gedaan, zou ze voor ’t sleurig gedrentel naast ’t moeilijksjokkend, met ’r dikken voet sleepend vrouwtje, gretig bedankt hebben. Niet alleen dat ze vroeger a]s ’n losgelaten vogel naar de kennisjes en vriendinnetjes op ’t plein vloog, en daar geen „kwartier” voor noodig had — ze geneerde zich gloeiend en met kinderlijke buitensporigheid voor ’t doen van ’r grootmoeder. Die zag ’r uit, dat je je schaamde. Iedereen keek ’r na. Aan ’r gezonden linkervoet droeg ze ’n gewone laars — aan den opgezetten rechter ’n trijpen pantoffel van vader, die moeder, omdat-ze toch nog te klein was, heel handig, maar jakkes-zoo-leelijk, met ’n schaar op de wreef in tweeën geknipt had, om meer ruimte voor de watten, die groomoe met geweld in ’r kous stopte, te maken. De groote menschen begrepen, dat ’r iets met den voet gebeurd was — de kinderen, de straatjongens keken, ginne

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.