Het raadsel (serie Heijermans' Camera)

Titel
Het raadsel (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
29



26

kleine verrassingen en aardigheden gezorgd. Maar of ’t de schrik na den val was, de gevolgen van ’t hardhandig zetten van ’t been, waarbij grootmoeder krijschte, dat de menschen op straat stil stonden — öf dat de ouwe dag ineene te voorschijn kwam —: ’t werd na de lamme historie, waaraan niemand schuld had, ’n tobben, ’n gezeur, ’n gejammer, ’n ellende zonder eind.

’t Vrouwtje, dat ’r heele bestaan zoo fiksch ter been was geweest, dat zonder vermoeienis uren kon loopen, op Fie’s laatsten jaardag nog in ’n patertje-langs-den-kant mee had gesprongen en vroo-lijker dan de kinderen zelf ’t hei-’t-was-in-de-Mei gezongen, verdroeg de kwelling van ’t schrijnend gipsverband en ’t onbewegelijk aan ’r stoel gebonden zijn niet — ze dee verschrikkelijk klein-zeerig, huilde, sprak over ’r dood, maakte kribbig-hatelijke opmer kingen, wekte ze midden in den nacht voor ’n pijntje, omdat ze zich verbeelde, dat ze koorts had, of omdat ’r hart zoo raar klopte. Dat verdroeg je in ’t begin met geduld en lijdzaamheid, omdat je zielsmeelij met ’t mensch had — je keek door de vingers en gaf toe. Maar op den duur kropten je zenuwen, lei je ’t tegen ’t geklaag zonder reden en tegen ’n prikkelbaarheid zonder grens, wanhopig af. Of de dokter glimlachend-geruststellend zei, dat ’r niet ’t geringste gevaar bij was, dat ’t been zeldzaam goed in orde kwam, dat ze alleen in ’t vervolg geen polka meer zou dansen — en of zij en ’r man ’r ’n eed op deeën, dat iedereen met ’n gebroken been — op die jaren — nog weken en maanden ’n gezwollen voet hield, dat die vanzelf dunner werd, dat ze zich niet ongerust hoefde te maken en God mocht danken, dat ’t zoo uitstekend af was geloopen —: grootmoeder bleef zuur, chagrijnig, onhebbelijk ontevreden, en werd bij ’r gehink door ’t huis, ’r ge-drens en geïrriteerdheid over ’n peuleschil, ’n lastpost, waarmee je geen land wist te bezeilen. Ze bemoeide zich met niks meer. Ze jaste geen aardappel, stak geen hand an ’r slaapkamer uit, stopte de kousen en sokken, die ze vroeger onder haar beheer had gehad, zoo opzettelijk slordig, dat je de rijgsteken weer uit kon trekken, hangelde zoo vervelend met boeken, die ze niet las en met kranten, die ’r niet interesseerden, in ’r stoel bij ’t raam, dat ze je met ’r iesegrimmig humeur anstak en je heele huishouden bedierf.

Ze dacht enkel an ’r gezwollen voet, weigerde tegen ’t advies

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.