137
de welvaart der kas uw gemoed niet te zeer vervreemden van de spoeling beneden. Ge zijt weer éven vrij. Profiteer. Misschien begrijpen ze nu, na je succes op de hoogte, dat je hernieuwde gang naar ’t veracht dal, met de bewustheid van een man geschiedt en niet als de mis-tasting van ’n zwakbeenigen imbeciel .... U faut payer de sa personne.”
De onafhankelijke brood-positie, om ’t platter te zeggen, was inspiratie tot de stukken, die gepraedestineerd waren datgeen weer te verdobbelen, wat de hoogte aan onafhankelijkheid gaarde.
Zulk eene hardnekkigheid oogstte telkens haar loon van steenworpen. Het beginsel van den man was bijzaak. Met eigen willen, eigen denkbeelden, had men niet te maken. Beginsel! Denkbeelden! De clown kon dan eens wèl, dan weer niét ’t kunstje. Lukte de kostelijke buiteling, de parforce-toer, dan daverde de arena onder ’t voeten-enthousiasme, ’t geschor, 't gebalk — èn, spartelend wonder!, zelfs verzorgde glaceetjes van kunst-om-de-kunst nufjes en picolo’s, klepperden zóo braaf, dat ’t knoopekens regende, ’t Wks er weer. Dat! Daar had-ie ’t ’m gelapt. De magne-fieke dubbele salte-mortale, de traditioneele kippe-vel-sprong Hulde! Hulde! Doch, droevige