Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Titel
Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
30



8

Do. ’t Mocht niet. ’t Mocht beslist niet. Maar ze was al zoo lang verliefd op dat beeldje geweest, op die echte poppeparasol, op de zij, die van rood naar rose en goud vervloeide, as je ’r in de zon zag, op de snoezige kwastjes en ’t geheimzinnig knopje, waarop je enkel met ’n pink had te drukken, om de kap te laten openspringen, dat ze bijna de kippen, de openstaande deur van ’t leghok, ’t minder-smakelijke van de eierschaal en de bus met ’t voer vergat, zóó’-als de parabol in ’t keurig foudraal ’r kinderverbeelding op slag fascineerde. Hoe dikwijls had ze bij zonnig weer niet gevraagd: „Moes, mag ik ’r?”, of „Moes. mag ik ’r enkel in den tuin mee wandelen, hè toe, hè toe, moes-liefl”, maar omdat ook Moes ’n vrouw was en ’r zwakke plekken had, en Do al zooveel van ’r bedorven had, was ’t altijd ’n stellig néé geweest en gebleven. Nu was ’t beeldje, ’t snoepje in ’r bereik en de lieve oogen, waaraan ze gehoorzaamde, waren ’r niet. Ze zou ’r twee tellen voor ’t ei nemen, om met de punt van de taas ’n zetje te geven — en dan weer op ’r plaats of boven in de slaapkamerkast, waar ze altijd bewaard bleef. Bedaarder, bedachtzamer van stap — as Christien ’t zag, was ’t mis — liep ze op ’r teenen naar ’t leghok, ’t Ei wentelde sloom naar ’t daglicht — de deur klepte toe, ’t schuifje werd omhoog getrokken — de haan zei „Tjok, tjok!” — alles in hemel en op aarde was weer in ’t gave evenwicht van ’n Zondagmiddagje met zonnevlagen en donker-druilige gapingen — de takken in den tuin van den meneer-met-den-appelboom, wiegelden en schuddebolden in den wind, die om den hoek heendrong — de wolken, loodgrauw, bruin-troebel, aan flarden gescheurd, joegen mekaar na over ’t telkens weer gul-blinkend, licht-kaatsend blauw — de huizen schoven aan in ’t neerkegelend zonne-gevloei en gromden terug in de norsche slagschaduwing — ’r klonken wat verre kinderstemmen, of ze door de huiswanden heenfilterden — ’r klepte ’n zangerig klokje — ’r was stilte, regelmaat, evenwicht — alleen ’n onrustig anderskloppend kleuter-hartje bonsde onder ’n kraakwit schouderschort, toen ’n foudraal op de kiezels glee en ’n onvertogen vingertje ’n dot van ’n parasol openveerde, Maar omdat geen paar oogen, dat alle schuld in Je verborgen binnenste zag, je verwijtend bekeek, niemand op je lette, werd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.