Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Titel
Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
30



6

’t rijtuig te stappen, moest ze ’r warm gezichtje bedwingen en ’r proestenden, verraderlijken adem inhouden, om ’t niet te laten merken, dat ze wel had kunnen zingen van leelijk plezier. Ze kon ’t niet helpen, maar na ’r kinderachtig verdriet van thuis te moeten blijven, hunkerde ze nu in de grillige stemming van kamerbleek kind, dat altijd verwend was geworden, dat als ’n door angstige ouders bewaakte kasplant grooter dan ’r jaren leek, doch zwakjes, tenger en soms was-bleek, naar ’t dichtklappen van de deur en ’t heenratelen van de rijtuigwielen met de moeder, die in ’r eigen zenuwgedoe versponnen zat, en zoo’n schrikkelijke poos noodig had, om weg te komen.

„Mevrouw,” waarschuwde nu ook Christien — voor die bereddering was ze voor dag en dauw opgestaan —: ,,’t het buiten al geslagen... Je haalt ’m nooit...”

Dat zwiepte op. ’n Valiesje werd gegrepen — ’n parapluie aangedragen — ’n pakje verfrommeld — en nog even terug de kamer in voor de sleutels — en wat haastige kussen — en ’n gewenk uit ’t portierraam — en toen nog even ’t hoofd door ’t kozijn — ’n glas melk met ’n ei voor ’t kind om vier uur — vooral niet te vergeten — en niet de knip op de deur — en de tafel dekken voor meneer als-ie nog wat wou eten — en dag, dag, dag, sohat — niet op de tocht — dag, dag, dag, Do!... Meer hoorde je niet, want ’t paard nam ’n schuiver en de ijzeren wiele-banden knoersten en rammelden of ’r ’n dozijn klepperlieden van de Vuilniskar aan ’t porren waren.

„Siesoo, nou bennen we mot z’n tweetjes alleen,” zei Christien ’r dadelijk ’r gemak van nemend, en voor de tweede maal happend van ’r boterham-pillen, waarin ze pas één enkelen halve-maan-hap, maar een van je welste, had kunnen bijten.

„Fijn,” babbelde ’t kind, verlucht-snuivend, al voelde ze vluch-tigjes de openbarstende leegheid van ’t huis aan: „en nou zal ’k je zóó helpen, zóó met alles helpen, dat je strakkies niks meer te doen heb, wat...? Zal ik vast kijken of ’r eieren in ’t hok zijn, watte?”

„Dat mag-ie toch anders ook niet voor je schoone smul en je goeie jurk, as moeder thuis is,” weerde Chris af, maar zoo slapjes en met zulke-oogen-van-doe-’t-toch-maar, dat Do, of ze ’t iederen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.