Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Titel
Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
30



21

Wel leek ’t Gedrocht nu getemd en bedwongen, maar de lasten om ’t te voeden, te verzorgen, te onderhouden, te koesteren, waren en werden zoo drukkend en sloopend, dat heele kudden ’r onder gebukt gingen en ’r dikwijls honger werd geleden om den muil van den slokop voldoende te vullen.

„Hoe dan ook,” zei de kerkuil: „er is vrede. Zoo lang ik leef heb ’k zoo’n rust niet gekend..

„Het is zalig,” zei de duif: „liever lasten en druk dan dat van vroeger!”

„Als ’k maar tijd heb om al de wonderen te zien...” sprak de gems.

Dien tijd kreeg ze niet. ’t Gedrocht, daaglijks doorvoed, breed-schoftiger dan ooit, tieriger, wilder door de jaren van rust en geronk, woelde ’t meeuwendons en de welriekende kruiden van ’t makklijke nest. Soms bralde ’n darapen-ploffende adem uit de snuivende neusgaten, loerden de koloogen tusschen de grauw-logge leden en sperde de muil of-ie opnieuw ging vernielen. Hij vrat niet meer. Uren lang staarde-ie woest voor zich uit en scherpte de klauwen aan de opgewoelde bazaltblokken onder ’t hok. Hij was ziek. De kracht leek ’m te begeven.

„Goddank,” zei de uil: „zoo raken we ’m kwijt. De cultuur heeft ’m gedood. Waar wij zoo lang en zoo ijverig en mét zooveel gezonde argumenten den vrede der levende schepsels hebben bepleit, móést hij ten slotte wel sterven. Ons Wonderhuis heeft dat gedaan. En onze overtuiging!”

Het was ’n zomersche nacht vol zoete geluiden. Bloemkelken bloeiden open en dreven bedwelmenden geur in de wijdte der luchten, ’r Tjirpte ’n krekel en ’n nachtegaal zong met zulk ’n diepe extase dat ’r lied blank-zilverig werd als de schijn van de volmaan. Alles sliep. Er wiegde door ’t woud, op de bergen, in de dalen zulk een veilig gerucht van slapende monden, of ’r geen levend schepsel meer was en alleen de nachtwind de blaren der boomen en struiken dee ritslen.

Toen, opkrijschend uit de verdwazing der stilte, huilde ’n snijdende smartkreet. De gems, m^et ’n bloedende strotwoncl, brak door de heg van wingerds en stengels — ’r klonk gekraak van ontwortelde boomen — ’r rees ’n gebrul en klagend gehinnik


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.