Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Titel
Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
30



20

schepsels is verzekerd. Onze veeten ruimen we op deze plek uit den weg. Leve ons Yredeshuis! Hoera!”

Dien glorierijken openingsdag van het Wonderhok, waarin het Gedrocht van pure verveling en weldoorvoed lei te slapen, werd het feestmaaltijd na feestmaaltijd. Men bracht mekaar beleefdheidsbezoeken, hield daverend toegejuichte redevoeringen en bood mekaar de lekkerste beetjes aan. En toen na eenige weken een geschil dreigde te ontstaan over het recht om een lommerrijk plekje van ’t dal af te smullen, werd het onder gekweel van dartel-dronkene vogels, ’t vroolijk gefladder van non-vlinders, dagpauwoogen, koningsmantels, koolwitjes en paarlmoervlinders, die als beweeglijke regenbogen ’t zonlicht doorvlogen, met gretigheid bijgelegd.

„Nooit,” zei de gems, die in ’t begin ’t eerst ’r klacht had geuit: „hebben we zoo onzen dank geuit voor ’t kostelijk-prachtige leven. Ik sluit ’s nachts van weelde m’n oogen niet meer. Ik adem in aanbidding en verrukking. Het is zoo heerlijk in de dagen de nachtstilte de opperste wonderen te aanschouwen. Ik ben verliefd op elk ding, dat leeft en beweegt...”

De eenige zorg die de hoofden beklemde was ’t Gedrocht, dal telkens dreigde los te breken, als ’t niet werd vertroeteld, ’t Vrat en ’t sliep, snorkte en rekte zich uit, liet zich toestoppen en gromde met splijtende klauwen. Dan droegen ze van heinde en ver brokken aan, die ’t bliefde en zonder te danken verslond. Eens, toen-ie niet bijtijds bediend was geworden, snerpte ’n doodskreet in de schaduw van den nacht. De paarden keken met trillende neusvleugels en angstig-geheven hoofden, de moederdieren schudden de jongen van ’t lijf, bedacht op behoud en langs de berghellingen dampten de builen van stof onder ’t jagend gevlucht van reeën en hinden. De paniek duurde kort. Den anderen morgen droegen karbouwen, stieren, muilezels en hengsten zulke vrachten voedsel aan voor ’t Ondier in ’t Wonderhok, dat ’t knorrend en spinnend en dubbel verzadigd den lodderkop met de gezwollen koloogen op de pooten lei en zoo heftig ronkte dat de balken van ’t Hok uit de voegen geraakten.

’t Werd stil in ’t woud. De vogels bestreken de nesten zonder getjilp, de runderen lagen norsch in de weiden.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.