Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Titel
Angstig geheim achter het bed (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
30



i8

„Ik wel,” zei ’n duif, en ze waagde zich tot benee op den grond: „jullie weten niet wat wij zien ver boven de toppen van de boomen. Je voelt je zoo licht als de lucht en zoo wit als de zon. Soms vlieg en drijf ik zoo hoog, dat ’k moet zoeken om de aarde terug te vinden, en ’s nachts als ’n boomtak me in slaap schommelt, lach ’k om al de vréémde dingen, die wij in den droom met ons meenemen en waarvan jullie niets weet. Als ’k altijd rustig zou durven neerstrijken om ’n beetje voedsel te zoeken — veel heb ’k niet noodig — zou ’k zoo zalig-gelukkig zijn, dat ’k den heelen dag zou tortelen en kirren...”

„Laten we ’m, terwijl-ie ronkt met z’n allen zoo stevig binden, dat-ie geen kwaad meer kan doen,” zei ’n hengst, de beenen in moeilijk bedwang en bereid bij ’t eerste gerucht achteruit te slaan: ,,’r is boomschors genoeg om ’m te boeien en ’n muilkorf om z’n bek heen te leggen... ’t Is niet te harden dat we elkaar geen rust laten en bij ’t minste geritsel der blaren denken dat hij ’t is... Bij de laatste vlucht in ’t donker heb ’k m’n eigen makkers geraakt en gekwetst. Haat ik jullie? Haten jullie mij?... Nee, nee, nee!... Waarom dan die gruwelen, die panieken, die helsche ellende...?”

„De zaak is,” redeneerde de kerkuil met stille bepeinzing: „dat-ie ongevaarlijk is, wanneer-ie geen honger heeft en ’n thuis. Ik heb ’m dikwijls zien zoeken en z’n grommen gehoord. Wij hebben vrienden: hij niet een. Dat maakt ’m kwaadaardig en valsch. Soms neemt-ie z’n draai op stronken en blokken steen. Dan kreunt-ie van pijn. En staat ’n oogenblik later op, om wat-ie bij den weg vindt neer te klauwen. Geef ’m ’n bed, ’n nest, geef ’m zelf ’t voedsel dat je wil kwijt zijn, en je maakt van ’n vijand ’n vertrouwbaren vriend!..

„Zou ’t waar zijn?” vroeg ’n merrie: „zou ’t vernielen en moorden ’n eind nemen, als we ’n Huis voor ’m bouwden?” „Voorzeker,” meende ’n hagedis^ schuchter ’t woord nemend: „en als jullie je plechtig verbinden om je niet meer te laten ophitsen en mekaar niet meer te lijf te gaan, zou ’t ’n lust worden te leven...”

„De lieve God heeft de wereld zoo schoon geschapen,” herhaalde de gems.


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.