Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



77

„Als-ie me dadelijk had gezegd,” antwoordde Joosten ernstig: „waarvoor-ie leende, zou ’k ’t ’m beslist niét gegeven hebben.”

Zonder verder ’n woord te spreken, liepen we tot voor ’t tuinhek Door de tullen gordijnen, in de verlichte voorkamer, zagen we Eduard. Blauwe rookwolkjes walmden van z’n mond naar de lamp.

„Wip je binnen?”, vroeg ’k: ,,’r komt zoo dadelijk ’n stortbui los.”

„Liever niet. Nou niet,” sprak-ie bedrukt.

’k Stak ’m m’n linkerhand toe.

„Zeg nog één ding,” zei-ie die vasthoudend: „en wees niet boos als ’k ’t vraag” .. .

,,’k Zal niet boos zijn.”

„Je hebt niét bij ’n twééde geleend! Hoe kom je dan aan dat geld — als je niet wist...”

,,’k Heb,” zei ’k, ineens gul-van-vertrouwen, moeite doend om ’t niet uit te proesten: ,,’k heb m’n goud naar de lommerd gebracht — voor de huur — me trouwring ’r bij. Sneu, wat?”

Toen begonnen we allebei zoo onbedaarlijk te lachen, dat Eduard — wantrouwend — aan de deur kwam ...


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.