Biecht eener schuldige

Titel
Biecht eener schuldige

Jaar
1905

Druk
1922

Overig
2ed

Pagina's
222



Dinsdag.

Gister is Eduard teruggekeerd, zoo bijzonder opgeruimd dat ’k ’r niets van begrijp. Na ’t diner werd-ie uitbundig — de beursnoteering staat ’n procentje hooger.

Om acht is-ie naar de societeit gegaan, waar-ie tot half twaalf bleef.

Al dien tijd heb ’k energieloos op de sofa gelegen.

Soms met de oogen dicht, soms met de oogen open.

De eene schuldige gedachte volgde op de andere. Ik zeg schuldig, omdat ’r schuldiger is dan de daad...

Als de markt naar beneden blijft gaan, droomde ’k, ’r géén redding komt, zal Eduard blij zijn wanneer ’k ’m vrijlaat, ’k Ben ’n düre vrouw...

Als Lies niét herstelt, Joosten weduwnaar wordt, is ’n twééde weg open...

Op die grove fantasieën voort-bordurend, lei ’k ’n toekomst te bespinnen, ’n reeks dagen en avonden, in met mekaar meegaan, zonder heftigheid, zonder invretende kalmte-van-elk-uur.

’k Zag z’n zwarte oogen bij de lamp, bij de tafel, bij de stoelen — ’k zag ze in wandeling rond de kamer — ’k zag ze over me, bij me, naast me. ’t Maakte me angstig. Nooit heb ’k in m’n langen engagementstijd de oogen van Eduard zoo gezien. Nooit.

Wat ben ’k ’n zottin, ’n belachelijk schepsel, ’n mensch om meelijden mee te hebben, dat ’k op mijn leeftijd —

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.