DE WIJZE KATER
neerzit: permiteer dat ik het doe. Dit is een quitantie, als ik me niet vergis----
BAKKER Als je je niet vergist? Tien, twintigmaal heb ik fr door mijn knecht laten aanbieden, en nou kom ik nog eens zélf voor ’t laatst! Ben je van plan de rekening te betalen, ja of nee?
JONATHAN Van plan, ja. Maar de menschen wikken en de góden beschikken: een plan te hebben is makkelijker dan een plan uit te voeren----
BAKKER Ik ben niet zoo gek, doordraaier, om er in te vliegen! (tot zijn dochter) Trek jij nog eens zijn partij! Wees nog eens zijn voorspraak! Tot zelfs de meubelen heeft hij beleend! Niets om fatsoenlijk beslag op te leggen! Maar je kent me niet, oplichter! Al moet ik je een jaar laten gijzelen: de rekening van mijn brood zul je betalen. Daar doe ik een eed op!
JONATHAN Nee, doe geen valschen eed... Tenminste niet in het bijzijn van uw dochter, die u kieschheids-halve niet bij dit voor u en voor mij zoo uitermate pijnlijk onderhoud op den vroegen morgen had moeten tegenwoordig laten zijn... .
BAKKER Een kist, een kapotte stoel, een bank, een kruk!.... Jij groeit voor de galg op! Jij moest niet durven kijken naar 't portret van je vader, die jou in welstand achterliet en van wien jij alles verbrast heb....
JONATHAN Ik kijk er ook niet naar.
BAKKER En niet naar het portret van je grootvader...
JONATHAN... Als ik naar iets kijk, meer dan geachte heer, is het naar de schoone, blozende en rijpe vrucht, die u onder mijn eenzaam dak heeft meegebracht.. . De bewering, dat de appel niet vèr van den boom valt, gaat niet altijd op. Want uw dochter....
BAKKER Antoinette, wacht buiten op me...
ANS Maar, vader....
BAKKER Hoor je niet wat ik zeg?
ANS Maar, vader, ik zou toch bij u blijven, omdat u zoo vreeselijk driftig kan worden!
JONATHAN Juist, en omdat drift een mensch ontsiert en diens gedachten over de hindernissen van bezonnenheid en koelbloedigheid laat struikelen — ben ik
4