de boekhouder: Nee. Nee! sa art: Nou vreet me niet op!
de boekhouder: ’k Wou datje achter ’t hekkie bleef. Wat mol je nou?
sa art , in zijn zak kijkend: Pas op-breek meneer z’n sigare niet, ouwe dief! Hij glimlachert. Kaps-wil jij ’n gulden an me ver-diene?
de boekhouder: Dat leit ’r an.
sa art: ’k Ben an ’t verkere met Bol, de binnenschipper.
de boekhouder: ’k Feliciteer je!
sa art: Hij leit hier met ’n lading mest-voor de stad.-En ho< mot ’k nou trouwe? de boekhouder: Hoe je mot...
sa art: ’k Mag toch niet omdat ze niet wéte of me man dood is de boekhouder: De wettelijke termijn die is-die is-saart: Zó wijs ben ’k ook.
de boekhouder: Je mot driemaal pro Deo in de krante op roèpe en as die dan niet komt-en dat zal die niet-spoke benn< de wereld uit-dan mag-ie... sa art: As jij dat zaak-ie nou is beredderde,-dan blijve Bol ei ik je dankbaar... de boekhouder: Advocate-zaken. Daar mot je voor na d< stad.
sa art: Jessis wat ’n bereddering! As je verstand je ingeeft: ’1 heb Jacob in geen drié jaar gezièn-en de ‘Wisselvalligheid’...
zevende toneel. De vorigen, Cobus
cobus, beverig-gejaagd: D’r is bericht... D’r is bericht!... de boekhouder: Bericht? Wat vertelt-ie? cobus, op huilen af: D’r mót bericht van de jonges zijn-vai ‘De Hoop’...
de boekhouder: Niemandal! Vrindelijker. Of jullie hier noi dag an dag ’t kantoor plat lope-ik kan je geen goed en geei kwaad nieuws zegge-’t kwaje weetje: twéé en zestig dage... cobus: ...De waterschout het ’n telegram gekregen... Ach, ach ach, meneer Kaps, help ons toch uit de onzekerheid-me zus ter-en me nichi s-hevig bevend, die zijn gewoon gék van vei driet...
66