dertiende toneel. De vorigen, Barend
barend: Hier is de jenever. jo: ... De jenever? barend: Voor Geert...
geert: Bemoei je ’r niet mee... Is ’r geen glas?-La-maar! Slikt driftig... Dat knapt op. Hoe laat is ’t? barend: Half vijf...
jo: Heb je brood genomen? Had je honger? geert: Ja. Nee. Nee. Ja, ’k Weet ’t zelf niet. Zet de fles weer aan z'n mond.
jo: Toe Geert-niemeer... Je kan ’r niet tegen. geert: Niemeer? Slikt. Torn!... Hahaha! Da’s de beste manier om je maag te looien! Nog geen vaam! Slikt. Torn! Kijk maar niet zo beroerd, meid-’k zal me niet bezuipe! Bah! ’t Stinkt. Ongedierte.-Is ’r proviand an boord? jo: Kijk’s-’n vette, hè? Zélf gesprenkeld. Raapt 7 konijn op.
Maar-nog geen uur dood... geert: Goed voor morgen.-Hier, ga jij is wat inslaan-wat ham en wat vlees... barend: Vlees, Geert?
jo: Nee-da’s overdaad. As je dan vlees wil kope, bewaar dan de cente tot zondag. geert: Zondag-zondag... Heb jij zès maande niks anders ge-vrete as roggemik, rats, paardebone? ’k Ben te slap om een poot te verzette-leg niet te dondere! Schiet op! En-en ’n brok kaas!-’k Heb lust om me ’n koliek te vrete. Hahaha!! Zou ’k nog ’n druppie? Barend af zo: Nee.
geert: Goed, geen druppie. Is ’r tabak? jo: God wat vin ik ’t prettig dat je weer vrolijk wordt.-Ja, d’r is nog sjek in de pot. geert: Mooi zo. Prachtig. Is dat me ouwe pijp? jo: He-’k voor je bewaard. geert: Met wie heb je gescharreld-terwijl ’k zat... jo, vrolijk: Met ome Cobus!
geert: Jullie zijn allemaal tuig. Stopt, rookt. In geen halfjaar de smaak in me bek gehad. Da’s geen tabak, dampt-lijkt wel hooi! Bah! De klare stinkt en de pijp stinkt.
21