jo: Eet dan eerst...
geert, de pijp neerleggend: Slaapje nog altijd naast tante? jo: En naast de varkens. We hebbe bigge. geert, lachend: En moet ik weer op zolder? jo: Daar leg-ie warm, vent.
veertiende toneel. De vorigen, Kniertje
kniertje, buiten: Waarom is ’t gordijn neer? jo, haar vinger op de mond: Sst! Gaat voor Geert staan. kniertje, binnen: Wat voer je uit?-Wat is ’r met ’t spiegeltje gebeurd?-Wie zit... geert, opstaand: Dag ouwetje... kniertje, schrikkend: God-allemachtig! geert: Nee-ik-Geert...
kniertje, neerzittend: O, o, daar krijg ’k ’n hartklopping van... geert: Hahaha!... Die ’s verdomd goed!... wil haar pakken. kniertje: Nee-nee-strakkies... geert, driftig: Strakkies? Waarom strikkies? kniertje, angstig-verwijtend: Je hebt me zo’n boel plezier gedaan...
jo, sussend: Wees nou stil...
geert: Ben je van plan te verwijte? ’k Heb genoeg an me kop gehad. En anders... kniertje: Anders... geert: Pak ’k me boeltje...! kniertje: Da’s z’n thuiskomst.
geert: Wou je da’k op ’t zondaarsbankje ging zitten? Ik dank je!
kniertje, angstig-op schreien af: Al die tijd het ’t dorp ’r schande van gesproke... Je kon geen boodschap doen of... geert, nors: Wie wat van me te zegge het-mot ’t doen, waar ’k bij ben. ’k Ben geen dief en geen inbreker. kniertje: Nee-maar je heb je hand opgeheven tegen je meerdere.
geert, woest: ’k Had ’m z’n strot motte dichtknijpe. kniertje: Jongen, jongen-je maakt ons allemaal ongelukkig.
Begint te snikken. geert, plomp stappend: Nommer twee... As ’n beest behandeld
22