72
Moeder Sch ulz (bij Grete's zacht nasnikken). Laat ’r nou maar!... (een stilte) ... Gre, Grete ... Zoo kè-je niet blijven leggen, boor! ’k Ga strijken... Mo’k ’t goed op de gonjelap leggen...? Nou, as ’k je met 't heete ijzer brand...
VEERTIENDE TOONEEL.
De vorigen, Hadwig, Wiener, later Heil.
Wiener (met twee stoelen. Drinkkan op rug). Gedorie, is me buik nou zoo dik geworden — van je
— van je (met de deuropening worstelend) — ’k kom ’tluik niet door, hahaha! — van je rats, moeder Schulz
— of is de sponning gekrompen? (Tot Hadwig; die 'n stoel op z'n schouder draagt). Dring niet zoo, anarchist! Kè-je niet rechts houen ... ? Daar komt-ie? Excelsior, as dominee zeit... I (Slaat militairement aan voor Schulz die verlegen bij de tafel staat), ’t Volk is klaar met schaften, meneer ... (Ziet Grete). Neem me niet kwalijk...
Hadwig (verlegen). We brengen de stoelen terug... En, en — gelukgewenscht met je twee jonges, vrouw Schulz. .. (Moeder Schulz wenkt ze heen te gaan).
... Ja ... (Grete staat moeilijk op, Moeder Schulz schiet op haar toe, helpt haar de slaapkamer in). . .. Mot gehad? (Schulz knikt stug. Heil komt binnen, zet zich bij ft fornuis). Om ons? (Schulz knikt). Ja, ja — dat wisten we niet...
Wiener (nog met de stoelen over z'n arm).... Respect hoor, respect! As mijn voorland niet slimmer is, as ’k vannacht op me tandvleesch ’t beloofde land binnentrek, trakteer ’k me bruid op ’n stuk odeur met ’n oorlam! Respect!
VIJFTIENDE TOONEEL.
Moeder Schulz, Schulz, Hadwig, Wiener, Heil.
Moeder Schulz (fluisterend). Gaan jullie nou! Schulz. Zal ’k ’r niet... ?