45
stilte. Zij begint te tikken). Schei uit met dat getik!
Anne (met beweging van op te willen staan). Zal ’k...
Wied. Nee, nee. (Opstaand). ’k Ga al. Mocht ’r iets komen, dan zeg je — dan ben ’k ’r niet... (Neemt jas en hoed van den standaard). ... Heb je dat van de „Ijzersmelterij” ?
Anne. Dat heb ’k.
Wied. En dat van de „Lokaal-spoorweg”? (Zijknikt). Maak dan dat alles klaar is, als ’k weer terug ben. (Zij knikt). Ik zal wel teekenen. Je hoeft niet te wachten. Adieu...
Anne (hem naroepend als hij bij de deur is). George! George!
Wied. Is je ’t een of ander niet duidelijk?
Anne (een papier van de tafel nemend en op hem toe gaand). Nee, dat hier heb je zoo vreeselijk onduidelijk geschreven — 'k bedoel... (Slaat de armen om z'n hals). ...Hoe kun je nu zoo van me weg gaan? (Kust hem). Kan ’k je nog sterker toonen, dat ’k enkel jou heb!
Wied. Je wou toch niet...
Anne. ’k Wil alles, alles ...
Wied. Gisteravond heb 'k meer dan ’n uur loopen schildwachten, en vanmorgen, toen ’k naar de mijn reed dacht ’k ’r alleen aan van jouw lippen ’t eenig geschenk te ontvangen, dat me nog op de heele wereld interesseert..,
Anne (zijn hoofd in haar handen nemend en hem op den mond kussend). ... Dat heb je dan nou toch, George, eenmaal, tweemaal, driemaal — maar ’k had ’t zooveel prettiger gevonden, als ’k niet telkens hoefde om te kijken...
Wied. ... We kijken niet meer om.
Anne (lachend). Ik doe ’tal niet meer.
Wied. We kijken enkel mekaar in de oogen — de rest telt niet mee.
Anne. Voor mij zeker niet. (Kust hem). Heb je nou nog te vragen van de „Ijzersmelterij” en van de „Lokaalspoorweg”? (Kust hem).