42
DERTIENDE TOONEEL.
De vorigen, Anne.
Anne (hem helpend). ... Menzei, meneer...
Baumgarten. Juffrouw Menzei, heeft u zusters?
Anne (lachend). Nee, meneer.
Baumgarten. Dat is dan ’n vergissing van de natuur! De natuur, of liever uw papa had ’r voor moeten zorgen, dat ’r ’il duplicaat met dezelfde ondeugende oogen...
Anne (glimlachend). ... Daar heeft papa geen schuld aan gehad.
Baumgarten. Dan uw mama! Hahaha!
Anne. Nee, geen van twee. Papa is in de tweede laag gebleven, toen ik twee jaar oud was...
Baumgarten. Hier ?
Anne. Hier.
Baumgarten. Olala! Wanneer?
Anne. Voor twintig jaar.
Baumgarten. Voor twintig jaar? Nee, dat was voor myn tyd. Nee, toen was ’k zeker nog niet by de Glück Auf geïnteresseerd. Nee, ik heb m’n eerste aandeelen gekocht in —■ wanneer was dat ook weer, George ? ...
Wied. Papa, hoe kan u mj dat vragen ?
Baumgart en. ... ’t Was in, in — enfin, ’t doet *r niet toe: in ieder geval ik was tóén nog niet in ’t bestuur... Zoo, zoo. Hier in de tweede laag ? ... Ingenieur ?
Anne. Ingenieur.
Baumgarten. Zoo, Menzei? Nee, nooit van gehoord. Wel, dat is heel, heel treurig. Accident? (Zij knikt glimlachend). ... Enfin, enfin, u schynt ’t niet meer zoo zwaar op te nemen?
Anne (glimlachend). Nee. Als ’k 'm gekend had, niewaar ?
Baumgarten (in gezelschapstoon). Ja, ja, dan zou