13
M a t h i e u. Hahaha! Hahaha! De stèmming, hahaha!
Sylvia. Vind je je gelach hiér — bijzonder gepast ?
M a t h i e u. ’t Is goed. Ik eclipseer. (Bij de deur links). ...Maar van de lune de miel móét je hooren! Na de wittebroodsweken eet de vrouwtjes-spin ’t mannetje zonder toeten of blazen op. Wat ’n droom, zóó gauw uit je lijden, hahaha! — moet ’k an dien meneer van ’t kerkhof... hahaha! (Af).
Anne. Als u meneer zoekt, mevrouw — hij is ’r niet.
Sylvia (uit de hoogte). ... Dank u.
Anne (in pogen het gesprek op te houden). Jr Was ’n conferentie en ’k denk dat meneer met de heeren...
Sylvia (bits). Dank u! Dank u! Laat ’k u niet derangeeren. (Anne tikt weer op de machine. De groom, met een toegedekte hengselmand, klopt). Binnen! Zet neer. Nee, niet op den grond! Moet je dat gezegd worden ? ... Daar (Beduidt de tafel). En zeg Frans bij de kerk te wachten. Ik rij in ieder geval mee terug. Hemel, begrijp jij vandaag niemendal ?
De Groom. Meneer heeft...
Sylvia. Doe wat ’k zeg! En ’n beetje extra-vlug.
VIERDE TOONEEL.
Wied, Sylvia, Anne.
Wied (door linkerdeur onaangenaam verrast). Wat is dat ? Toch hier, terwijl ’k zoo dringend verzocht...
Sylvia (hem interrumpeerend). Als je iets dringend te verzoeken heb (Hatelijk): lièfste, doe dat dan, als we alleen zijn. Of stenographeert juffrouw Menzei &lles ?
Wied (zich bedwingend). Ik zei bij ’t ontbijt...
Sylvia (hem in de rede vallend). Je n’aime pas ces discussions, chérie, en présence d’une de tes protégees! (Anne staat schrikkend op, gaat door kantoordeur heen).
Wied (ingehouden). Zou je niet wat meer takt willen toonen?
Sylvia. Geef ’t voorbeeld!
Wied. Ze verstaat Fransch!