107
jullie kerels ben — dat zijn jullie niet — de fut is *r bij jullie uit! — dan leg je ’t werk neer — dan — dan —
Jacob. We hebben jouw lessen niet noodig... O zoo!
Kwajongens hebben d r bek te houen!
Verschillende
stemmen.
't Helpt je niemendal!
Wie vraagt jou wat?
Laat de ouèren spreken! Da’s zoo stom niet!
Kees. Zó o kommen we niet verder. Laten we ordelijk redeneeren....
Hein (de vuist ballend tegen het raam) .... Ordelijk redeneeren !.... Die machien trapt je ’r uit! Die vervloekte machien! Dat krèng!....
Kees. Wees nou ’s kalm, Hein! ’t Is ’n hard gelag voor jou en voor ons — *r valt niks an te doen. We motten ’t slikken. Nóu is ze de pest — nou breekt ze je nek — later----
Gerrit (heftig).... Wat hebben we met later te maken ?----
Kees. .... Je schimpt op de toekomst. Dat ding wordt de vrijheid....