io8
Jacob (nijdig). Leg niet te klessen!.... Hou jij ons voor de gek? Jij lijkt wel bezopen!.... Wat schieten we met praatjes op!.... Laten we loten, zoo-as ie gezeid het — voor de rest geen nieuws !....
Kees. Daar heb ’k niks tegen. Maar razen tegen de machines — da's razen tegen wat je niet tegen ken houen {gemor en geschreeuw). Dat schreeuwen zegt niks — ’k weet wat ’k zeg....
Jacob (tdriftig) Heb jij je zinnen bij
mekaar? Das godbeter ’n vader! Vertel jij je moois an je vrouw as je thuiskomt. Voor mijn part zakken alle machines in mekaar! De eerste die d’r een uitgevonden het, hadden ze motten vierendeelen !....
Kees. ’kBen stom geweest. Dat geef’k toe.— ’t Kwam nou niet te pas....
Jacob .... De rest schenk 'k je! We leven niet in jouw mirakel van ’n toekomst — we leven hiér. O zoo. D’r is gedonderjaag. As ’t an mijn lee, leeën we ’t werk neer zoo as Hein zeit — maar dat geeft je geen bliksem — dan krijg je wèer onderkruipers net as laatst — dan lijjen de goeie voor de kwaje — öf hij neemt ander volk. Volk genoeg! Motten we loten jonges, ja of nee?