De Machien

Titel
De Machien

Jaar
1899

Druk
1925

Pagina's
38



io6

’t Moet. 't Is ’n zure appel. In Godsnaam! In Godsnaam! (Af met den meesterknecht naar het kantoor).

DERDE TOONEEL.

Alle arbeiders.

Een gedrukt en langdurig stilzwijgen. Zacht gestamp van de stoommachine.

Jacob. Wel verroest!

Gerrit. In Gódsnaam zeit-ie !

Arie. Da’s ’n slag — da’s èrg, jonges.

Willem. Da's héél erg....

Gerrit, 'tls moordenaarswerk!

Hein (z'n ledige broodzak neer smijtendwoest). An de dijk gezet! Ik geen kans! Waarom ik niét en jullie wel? Onderhou ’k me moeder niet? (Op schreien af). In de winter op straat! Zeg jij dat zoo’n ouwe vrouw! ’t Is om je te verzuipen! Voor-verlejen winter hebben we kriel gevreten. Ik ga niet na huis! Ik verdij’t! Die beroerling! Die streken met ’n machien! As


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.