io5
kan — hou ik me *r buiten. Alleen Hein, Klaas, Piet ontsla ’k zelf. Die zijn benejen de jaren. En de anderen ... Lóten jullie ’r om — Begrepen ? Dan heb je allemaal ’n kans. Zestien tegen zestien. Mooier kan ’t niet.
Hein. Waarom mag ik niet meeloten? Mot *k me moeder niet onderhouen ?
De patroon. Vrind — wat *k gezegd heb blijft gezegd. Halfwassen wegen niet op tegen getrouwde gezellen. En — en — Basta. Zoo blijft ’t.
Hein. Da’s wat moois. Da’s verdomd geméén !
De patroon. As je brutaal wordt, kwajongen, staat de deur voor je open — afgeloopen. — Om spijkers met koppen te slaan — verzoek ’k jullie dadelijk te loten. Vanmiddag nog. Nou nog! ’k Ga twee weken na Duitschland — wil weten hoe, wat, vóór ’k afreis. (Een stilte). Nou ? Hebben jullie V geen lust in ? *k Geef ièdereen ’n kans — de ouwen, de jongen. Kan 'teerlijker? Mijn voordeel zou zijn alleen jongen te nemen, 'k Blijf neutraal, 'k Wil niemand voor z’n kop stooten. Ik zoek m’n voordeel niet. Over Jn kwartiertje wacht ’k de uitslag, ’t Moet