De groote vlucht

70

vliegend leger een uitgezóchte verzameling lucht-kasteelen te veroveren, maar aan den anderen kant, aan den anderen kant.. ..

Vorst.... Jawel, jawel! Heel aardige woordspeling, Excellentie, maar ik prefereer op ’t oogenblik bezonken meeningen en overleg. De benoeming van dat individu tot officier in de Kroonorde, is een daad van vijandschap. Wij zouden onder geen omstandigheden een onderdaan van Zijn Majesteit, die zoo gruwelijk de orde in de natuur — nietwaar, Eerwaarde? — en de orde in den staat zoo p e r v e r s verstoort, in een van onze Orden — een orde is de ópperste belooning voor órde, nietwaar? —• benoemen! U wilt wel de noodige maatregelen treffen, Excellentie, om binnen de vier-en-twintig uur ’t leger en de vloot te mobiliseeren. Dat wordt onze eerste demonstratie.

M i n i s t e r. Met de vloot, Uw Hoogheid, zal dat eenige bezwaren hebben. Van onze drie kanon-neerbooten ligt de Ossip op de Rijkswerf, om van nieuwe stoomketels voorzien te worden — heeft de Albatros geen bemanning — en heeft de Arend (jammer, jammer, net nü al die vogelnamen) bij de laatste oefeningen de as gebroken. Meer oorlogsschepen heeft de Landraad, zooals Uw Hoogheid weet, met het oog op ons niét aan de open zee liorgen, nipt willen toestaan en tijdens dc ziekte