69
Vroeger had ’k niet over m’n woorden na te denken — tegenwoordig ben ’k door ’t gebruik van de onschuldigste termen bevreesd aanleiding tot misverstand te geven. Van den kansel bij de dagelijksche sensatie, de burgerij te vermanen — de oogen omhóóg te richten : ik heb er haast niet den moed toe, Uw Hoogheid. Op den vijfden dag sprak de Heer: „Dat het water visschen voortbrenge,
en dat vogels vliegen in de lucht ” Dat is de
orde in de natuur, die gehandhaafd moet blijven____
(Be lakei, die geduldig achter Item gewacht heeft, presenteert vuur). Merci. Merci. (Lakei af).
Vorst. Ze zal gehandhaafd blijven — ik verzeker ’t u op m’n woord. Mijne heeren, zooals ik reeds zeide: de toestand is ernstig, ’t Zal me 'n genoegen zijn, u als vertrouwden, als mijn bijzondere vertrouwden, te raadplegen. Zijne Majesteit Irenus II schijnt, blijkens officieele informaties, de allertreurigste uitvinding van de laatste eeuwen, voor zijn leger te willen toepassen en daarenboven heeft Zijn Majesteit den beruchten uitvinder een onderscheiding toegekend... . (driftig) Excellentie, ik vind ’t in hoogste mate ongepast, dat u opnieuw glimlacht!
Minister. Uw Hoogheid, ik glimlach uitsluitend om de hyper-moderne politiek van Zijne Majesteit, die ongetwijfeld van plan is mei zijn