71
van Uw Hoogheid, heb ik ei* de post voor een onderzeesche boot op de marinebegrooting, niet door kunnen krijgen. De heeren waren van meening, dat b ij gebrek aan zee onderzeesche proefnemingen slechts een b e t r e k k e 1 ij k nut zouden hebben.. . .
Vorst. In ieder geval — slagvaardig of niet slagvaardig — u mobiliseert de marine, en morgenmiddag, vóór zes uur, worden de bergvestingen op voet van oorlog bezet. ...
Minister. Als Uw Hoogheid, ’t mij veroorlooft, zou ik willen voorstellen die rigoureuse maatregelen nog niet toe te passen. . . .
Vorst. U past ze toe, en zonder verzuim....
Minister. Uw Hoogheid, de Generale Staf is in deze weken van opschudding niet werkeloos gebleven. Ook wij hadden overwogen de machine van dien man, die helaas te spoedig in handen van de burgerij is geraakt, voor offensief of defensief optreden....
V o r s t. . . . Hoort u dat, heeren / .. .
Plums (tot minister). Als de Generale Staf d’r tijd met zulke nonsens zoek brengt, is ’t geen wonder, dat wij nog niet klaar- zijn!
Walde m a r. Ik verbaas me ’r over. Uw Hoogheid. dat de Generale Staf ’t voorbeeld zou willen