H
T u i n i e r. Ja. En hier schikt ’t nog al.
Lakei, ’t Is zonde. . . .
Tuinier.... E11 schande! Gistermorgen — onder de neus van de wachters — hebben ze ’n seringenboom glad kaal geplukt. Doe daar wat tegen! Ze zijn gevlogen, eer je in de buurt ben....
L a k e i. ’r Zal ’n net geplaatst moeten worden — anders doe jij monnikenwerk.
T uinie r. Duvelswerk ! . . . Tegen mollen ken je met klemmen tekeer gaan. Rupsen (hij grijpt V een) — weg sallemanderl — krijg je vroeg of laat tusschen je pooten, maar dat tuig, die gekken, die verzoekers van God . . . (er valt ’n prop papier naast ’m neer). .. . Da’s minstens de tiende van morgen... (de prop ontvouwend en lezend).... Nou vraag ik ü! .. . De „Volksstem” — van vandaag nog wel! — met ’t vet van boterhammen ’r an! (er valt ’n houten tabakspijp). ... Jawel!
L a k e i. Wat was dat ?
T u i n i e r. ’n Smerige pijp.
Lakei. Als ze nou nog ’n beurs of ’n portefeuille kwijt raakten ... (de schil van ’n sinaasappel kwakt 'n paar maal op de tafel),, .. Ho! Ho! Ho!... ’t: fs hier p:e<M> vul nisbelt!