De groote vlucht

Titel
De groote vlucht

Jaar
1908

Pagina's
173



der mankement, aan /’n staart. ad seeundtim deze mand vol onbehoorlijke dingen, proppen papier — en wat voor proppen! De „Volksstem” — de ,,Volksstem”. Hoogheid! — ’n kousenband,’n pijp. ’n halve zool, drie petten, enzoovoort, enzoovoort, hier in den tuin heeft laten vallen — ad ... ad... trio, trio....

M a r i u s. ... Tertium. .. .

Plums.... Ad tertium, zei’k, zei ’k — ruiten in de broeikas-van-de-druiven ingetrapt heeft ■— ad ... ad ... ad-ten-vierde, deze tasch tusschen de jonge aardbeien. ...

Vorst. Stop, stop! Me aankijken, hè? Is die pijp van jon ?

I d a. Nee — daar kan ’k ’n eed op doen.

'Waldomar. Dat heele gezicht, 11 w Hoogheid, staat naar leugen en bedrog! Misschien is juist deze sinjeur de man van de regenjas aan ’t kruis en de beruchte picniccer van den omloop bij de wijzerplaat.. ..

Vorst. Is dat zoo, vrindje? Heb jij bij de wijzerplaat eierschalen en koppen van bokking en—

Waldema r. Varkenskluiven, Hoogheid____

Vorst.... En varkenskluiven gedeponeerd?


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.