I d a. Nee, meneer. . . .
Plums (haar in de ribben porrend),.., Hoog-heid, stommeling!
I d a. Wat zeg je ?
Vorst. Met mij alleen praten, hè?... Was jij dat van de sardines?
I d a. Meneer.. .. (Plums port opnieuw) . . . Wat sta jij toch geniepig te porren!... Mc Lust geen sardines, meneer. Krijg al ’t zuur als ’k ze z i e eten ! Heb in geen jaren,.. .
V o r s t. Zoo. Omdraaien !
I d a. Omdraaien?
V orst (tot Waldemar) ’n Geestelijke hoogvlieger schijnt-ie niet, Eerwaarde.. .. Rechtsom keert! Versta je niet? Je heb toch zeker al gediend ?
I d a. Ja meneer .. . (geeft Plums, die haar
weer port, een tik).... Is ’t gedaan, ja of nee____
Ik heb voor jaren wel drie-, viermaal gediend—
Vorst. Drie-, viermaal gediend? (tot de anderen). .. . Zeldzaam achterhoofd !. . . Laat jij je rug eens kijken, kereltje! (Ida doet het glimlachend). Waar zijn . . . Waar zijn... (hij bevoelt met zijn stok haar schouders — driftig) Waai*