De groote vlucht

Titel
De groote vlucht

Jaar
1908

Pagina's
173



Vorst. Perm i Leer me, Eerwaarde ik ze^r hoegenaamd niets, n Regenjas, leege eierschalen, afgekloven.. . .

Waldem a r. . . . Varken scoteletten.. . .

Vorst.... Koteletten. . . . Misschien dat m’n blauwe bril me iet of wat doezelig stemt. ... Wie zal ’t in z’n hoofd halen?... (een pet valt bij de tafel neerhij kijkt versolt rikt op). ... Wat was dat?

M a r i u s (de pet oprapend), ’n Pet, l w Hoogheid.

W a l d e m a r. ’n Pet, ’n pet!

Vorst, ’n Pet. (een stilte). George! (de lakei schiet dadelijk toe). Weg met dat ding! (de lakei verwijdert zich met de pet. De vorst slaat driftig op). Nu zou ’k wel ’ns wTillen weten. . . . Oei!. . . Oei! (hij gaat weer pijnlijk zittenpraat in toorn) . . . willen weten welke brutale grappenmaker zich die driestheden permiteert — en waarom de heeren zich veroorloven me vanmorgen dingen voor te lezen of te vertellen, die kant noch wal raken, dingen die aan betamelijkheid alles te wen-schen overlaten!

W a 1 d e m a r. Uwe Hoogheid, dat met de regenjas en de eierschalen.. . .

V o r s t. Hou uw mond, meneer! Nonsens! Tk wil


Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.