zijn / Ij, die me oog pas verteld heeft, hoe u soms moeite heeft de pijp in den steek te laten, als de dienst roept, ,.. Sans gêne!
W a 1 d e m a r. Als het Uw Hoogheid niet ontstemt, wou ik er voor bedanken.. . .
V o r s t. Man, dan heb je iets !
W a 1 d e m a r. IJw Hoogheid raadt ’t volkomen ; ik heb iets, iets dat me met groote ergernis naar u toe heeft gedreven, iets dat ’k tot m’n spijt juist bij dit bezoek, dadelijk tot uw kennis moet brengen.
Vorst. Hindert m’n secretaris?
Walde m a r. Neen, Uwe Hoogheid. Wat op dit oogenblik het plein voor de Noorderkerk zwart van menschen doet staan, behoeft allerminst voor meester Marius ’n geheim te zijn. Aan het kruis
op den toren, Uwe Hoogheid — ik schaam me
’t u te vertellen — hangt ’n regenjas, die ze vergeten hebben mee te nemen. . . .
Vorst.... 'a Regenjas?
W a 1 d e m a r. ’n Waterproof, Uw Hoogheid — ’n schande, ’n schande! — en in den omloop bij de wijzerplaat — ik heb er me met eigen oogen van overtuigd — hebben ze ge-pic-nict — ge-pic-nict -gepicnict met achterlating van leege eierschalen, koppen van gerookten bokking, afgekloven varkens-coteletten! Wat zegt IJwe Hoogheid daarvan ?