149
Vorst.... Het vaderland gaat boven alles! Blijf zitten! U maakt me nerveus met uw manchetten! Ga zitten. .. . Durft u me niet aankijken?
Hildebrand (verwonderd). Jawel!
Vorst. U kijkt voortdurend met ’n half oog.
Hildebrand. Ik heb ’r maar één (het linker bedoelend) — dit is van porcelein — glas en émaille. ...
Vorst. Ook door dat vliegen ?
Hildebrand. ’r Mee geboren, met ’n kunst-oog, is nog niemand.
Vorst (kijkt spottend de anderen aan). Merci. Dat wisten wre niet. Zoo-zoo. Mijnheer Hildebrand — ’t hangt van uw eigen wil af, om binnen ’t uur van een vorstelijk inkomen — en van onderscheidingen, waarvan u niet heett kunnen droomen, zeker te zijn!
Hildebrand.... Als Uw Hoogheid bedoelt____
Vorst. Ik bedoel den volledigen afstand van dat ding.... De generale staf... .
Hildebrand.... Nee, nee....
Vorst. Nee? U kunt toch nog niet gissen, wat ik wil voorstellen. . . .