144
Minister. Misschien, Uw Hoogheid — ik herhaal: misschien — persoonlijk heb ik geen twee woorden met hem gesproken — brengt hij een mondelinge boodschap van Zijn Hoogheid. . . .
Y o r s t (plotseling stilstaand). . . . Dan ben ik nog niet.... Met ’n zoon, die weigert öp ’t ouderlijk dak terug te keeren, en die zijn vader met ongefrankeerde Ansichtskaarten bespot, bestaat geen gemeenschap meer! C’est passé! Zeg dat dien krommen onruststoker! (de minister gaat op hei
terras toe). En zeg hem ook____(met aarzeling)
Of liever Of liever (tot Marius). . . . YVat is
üw advies?... Ik houd niet van menschen, die voortdurend met hun z w ij g e n in de co n-tramine zijn....
Marius Ik zweeg, Uw Hoogheid, omdat____
Y o r s t.. .. Omdat u dien Simson, dien cycloop natuurlijk wel zou ontvangen.. ..
Marius.... Misschien, mogelijk, met zekere reserve, zou ik hem laten praten — praten.. . .
Minister.... Juist, praten.. . .
Yorst (even driftig op en neer loopend). Goed. Uitstekend! (wenkt den minister, die heen gaat). De eene inconsequentie voor, de anderena! (zet zich, steekt een nieuwe sigaret op). De menschen met vleugels aan, zien den hemel en